Arceringen en Symbolen tekenen

Op vele manieren kan een Arcering worden getekend of een Symbool worden geplaatst: kies er één uit de 'Objectbibliotheek' of uit een favorietenlijst; Kies uit de 'Historie' of dubbelklik op het actieve object; Start het AutoCAD commando HATCH of INSERT.

Schaal

Eindigt de naam van een Arcering of Symbool met “SO”, dan is deze verschaalbaar en zal deze met de bij de 'Actieve instellingen' ingestelde schaal worden getekend. Is deze niet verschaalbaar, dan worden ze met schaal 1 in de tekening geplaatst. Elke Arcering kent daarbij nog een “eigen schaalfactor” die in de database van de NLCS-bibliotheek is opgenomen.

Laageigenschappen bij Arceringen

Arceringen hebben bij "Standaard" en "Doorsnede" een vaste lijndikte, kleuren volgens de objectentabellen en een vast lijntype:

•lijndikte: 0.18

•kleur: zie de eigenschappen van het NLCS-object, kleur "Arcering" per Status

•lijntype: CONTINUOUS

Arceringen worden bij "Niet zichtbaar" en "Vlakvormend" niet toegepast.

Laageigenschappen bij Symbolen

Symbolen hebben bij "Standaard", "Doorsnede" en "Vlakvormend" een vaste lijndikte, kleuren volgens de objectentabellen en een vast lijntype:

•lijndikte: Status "Bestaand" 0.18, overige statussen 0.25

•kleur: zie de eigenschappen van het NLCS-object, kleur "Standaard" per Status

•lijntype: CONTINUOUS

Symbolen hebben bij "Niet zichtbaar" een vaste lijndikte en een vast lijntype:

•lijndikte: één pendikte dunner dan bij "Standaard": Status "Bestaand" 0.13, overige statussen 0.18

•kleur: zie de eigenschappen van het NLCS-object, kleur "Standaard" per Status

•lijntype: ZZ-HIDDEN-SO

NLCS Attributes

Na het plaatsen van een Symbool met Attributes heeft u de mogelijkheid deze in te vullen. Het volgende AutoCAD scherm zal verschijnen:

Wilt u dit scherm niet in beeld krijgen? Schakel deze optie dan uit door op de commandoregel de systeemvariabele “ATTREQ” op 0 te zetten.

TER INFO: In de “Formele Beschrijving NLCS” versie 4.0 wordt in BIJLAGE 2 uitgelegd hoe een NLCS tekening geschikt kan worden gemaakt om omgezet te kunnen worden naar een GIS-tekening conform IMGEO. Een onderdeel daarvan is het toepassen van de Attribute “FUNCTIE” (het Symbool in het voorgaande voorbeeld heeft deze Attribute ook). Deze BIJLAGE 2 bevat een lijst van functies die als waarde voor deze Attribute kunnen worden toegepast.

InfraCAD biedt de mogelijkheid om een lijst met mogelijke waarden voor een Attribute te kunnen aanbieden na het plaatsen van een Symbool. Wordt het Symbool van het voorgaande voorbeeld in de tekening geplaatst, dan zal het volgende scherm verschijnen:

Dit scherm verschijnt alleen als het Symbool een Attribute “FUNCTIE” bevat, en alleen wanneer de Elementcode “Vlakvormend” (bij de 'Actieve instellingen') actief is:

Deze lijst met Attributes voorzien van voorkeurswaarden wordt bewaard in de NLCS-bibliotheek en kan eenvoudig worden uitgebreid. Van reeds in de tekening geplaatste Symbolen kan de waarde worden gewijzigd met behulp van de functie 'NLCS Attributes wijzigen'.

Achtergrondkleur

De NLCS-module (in combinatie met de NLCS-bibliotheek) heeft zelf geen mogelijkheden om een achtergrondkleur aan een arcering toe te kennen. Het achteraf toekennen aan een geplaatste arcering kan eenvoudig met AutoCAD zelf: selecteer de betreffende arcering zodat het tabblad "Hatch Editor" in de Ribbon verschijnt. Kies bij Background Color de gewenste achtergrondkleur.

InfraCAD v8.3