Landmeten

 

Landmeetkundige instellingen zijn nodig voor het verwerken van metingen.

 

Meetbestanden

De locatie naar de te verwerken meetbestanden kan worden ingesteld op 'Bij tekening', 'Laatst gebruikt' of 'Vast'. Bij het verwerken van metingen wordt deze ingestelde locatie als basis gebruikt.

 

Verwerkingsopties

De standaardinstelling is dat meetcodes hoofdlettergevoelig zijn, waarbij de meetcode in het meetbestand exact moet overeen komen met de meetcode in de gebruikte Meetcodering.

Om bogen te verwerken, kan ingesteld worden dat een boog automatisch door het gemeten startpunt en de volgende twee gemeten punten loopt, of dat een boog pas wordt getekend na het toepassen van de meetcodering om een boog te beëindigen.

Bij het verwerken van metingen kan de naam van de landmeter, de assistent en de gebruikte apparatuur worden opgegeven. Hier kunnen deze waarden worden bewerkt, of gereset naar default.

 

Presentatie

Meetmarkers zijn symbolen die in de tekening worden geplaatst met de gegevens van de meetregels als attributen. De stijl hiervoor kan worden aangepast.

De metingen worden verwerkt op basis van de meetcodes. Deze kunnen worden beheerd in de Meetcodering Editor. Eerst wordt gevraagd om een Meetcodering te selecteren die gewijzigd moet worden, daarna wordt de editor geopend.