Meting verwerken

 

Om een meting te verwerken, is het belangrijk om wat basiskennis te hebben hoe InfraCAD CE een meting kan herkennen en vertalen naar AutoCAD.

 

Gebruik van codes

InfraCAD CE kan alleen metingen verwerken die door het meetinstrument als tekstbestand zijn opgeslagen met de waarden 'Puntnummer', 'X-coördinaat', 'Y-coördinaat', 'Hoogte', 'Meetcodes' gescheiden in kolommen. Als kolomscheidingsteken moet een komma worden gebruikt. Een voorbeeld:

1001,163199.6629,443771.8922,15.6770,LBGH1
1002,163200.0514,443773.3170,15.6771,LBGH1
1003,163193.1618,443775.1957,15.5675,LBGH1 RT -2.0
1004,163189.7287,443778.2982,15.5174,SBM
1005,163182.2250,443771.7316,15.4955,SBM
1006,163183.1913,443776.7186,15.4060,SLM
1007,163153.9682,443788.1153,14.2409,SLM
1008,163163.4326,443771.8643,14.9676,SBM
1009,163192.0430,443781.4058,15.5103,LKVH1 BC
1010,163188.8720,443781.1358,15.4597,LKVH1
1011,163186.0829,443779.6034,15.4274,LKVH1 EC

Meerdere meetcodes mogen per meetregel worden gemeten, waarbij de meetcodes, stuurcodes en eventuele attribuutdata met spaties worden gescheiden.

 

Lijnen met stuurcodes

Meetcodes voor lijnen kunnen worden gecombineerd met een stuurcode. Bijvoorbeeld om een lijn te beginnen of te eindigen, te verlengen, te offsetten, een boog te meten of eventueel van NLCS status te veranderen. Meer informatie is hier te vinden over het meten van lijnen.

 

Lijnnummers

Een lijn kan worden gemeten met een lijncode. Een nieuwe lijn met dezelfde lijncode kan worden begonnen met de stuurcode voor een nieuwe lijn maar er kan ook gebruik worden gemaakt van lijnnummers. Door een numerieke volgnummer te gebruiken die direct achter de lijncode wordt geplaatst, zal InfraCAD CE de lijnen scheiden per lijnnummer en afzonderlijk verwerken. Als de lijncode 'LKVH' is ingesteld voor het meten van een kant verharding, dan kan een eerste lijn met meetcode 'LKVH1' en een tweede lijn met meetcode 'LKVH2' worden gemeten. Het worden nu twee afzonderlijke polylijnen in AutoCAD.

 

Punten met attributen

Symbolen kunnen worden getekend door een puntcode te gebruiken. Heeft een symbool ook attributen, dan kunnen deze gevuld worden met metingeigenschappen zoals de gemeten hoogte, maar ook met ingevoerde waarden zoals bijvoorbeeld een putnummer of boomtype. Meer informatie is hier te vinden over het meten van punten.

 

profielmeting met projecties

Profielen en projecties kunnen gemeten worden. Deze worden tijdens de verwerking uitgetekend in profielrasters. Meer informatie is hier te vinden over het meten van lengte- en dwarsprofielen.

 

Meting verwerken

In het dialoogvenster dat verschijnt, kan een meetbestand worden gekozen.

Daarnaast kan bij de Verwerkingsopties een omschrijving worden opgegeven, een Meetcodering worden gekozen hoe de meetcodes vertaald moeten worden naar AutoCAD geometrie, de NLCS status, en meer instellingen waaronder eventueel een transformatie. Op het tabblad 'Profielmeting' kunnen instellingen worden gedaan in het geval ook profielen zijn gemeten. Optioneel kunnen administratieve gegevens worden ingevuld die later terug te vinden zijn in de opgeslagen verwerkte meting.

 

Editor functies

In de volgende stap zal de inhoud van de meting worden getoond in een datagrid.

Regels die niet verwerkt hoeven worden, kunnen worden uitgevinkt.

Via het rechter muisknop menu kan de meting nog worden aangepast. Zo is het mogelijk om de hoogte te corrigeren van de geselecteerde rijen:

Of kan de gemeten code worden vervangen door een andere meetcode.

Op basis van een puntnummer kan worden gescrolled naar de betreffende meetregel.

 

Controle vooraf

In de volgende stap is de meting geëvalueerd en worden diverse controles getoond: Afwijkingen, Toegepaste meetcodes en Gemeten objecten.

 

Afwijkingen

Als er geen afwijkingen zijn gevonden, dan wordt het tabblad 'Afwijkingen' niet getoond. Als er wel afwijkingen gevonden zijn dan wordt een korte omschrijving getoond van het gevonden probleem. Door dubbel te klikken op de afwijking, zal de inhoud van de meting weer worden getoond en gescrolled zijn naar de betreffende meetregel. De fout kan hier nu hersteld worden.

 

Toegepaste meetcodes

In het tabblad 'Toegepaste meetcodes' is een overzicht te vinden van alle gebruikte punt-, lijn- en stuurcodes.

Hier is inzichtelijk gemaakt hoe de meting is opgebouwd en kan gecontroleerd worden of er onverwachte zaken zijn gemeten.

 

Gemeten objecten

In het tabblad 'Gemeten objecten' is een overzicht te vinden van alle objecten die gemeten zijn.

De verschillende objecten kunnen alvast getekend worden zodat visueel gecontroleerd kan worden of het correct is gemeten. Met de plus-knop worden de objecten verwerkt als preview, met de x-knop kan de preview weer worden verwijderd uit de tekening en met de vergrootglas-knop kan per object worden gezoomd. Als er bijvoorbeeld 62 puntobjecten 'Lichtmast' zijn gemeten, dan kan elke lichtmast afzonderlijk langsgelopen worden. Met een druk op de Enter-toets wordt naar de volgende gezoomd.

 

Resultaten en Afwijkingen

In de laatste stap worden alle objecten verwerkt naar de tekening. Als er ook profielen gemeten zijn, dan wordt gevraagd om een linker bovenhoek aan te geven waar de profielen uitgetekend moeten worden. Zijn profielen niet nodig, druk dan op Escape.

Ook wordt nog een lijst met afwijkingen getoond als ze nog niet waren opgelost tijdens de verwerking.