Lijnen meten

 

Een meting wordt altijd verwerkt tot lijnen en punten. Lijnmetingen worden verwerkt naar 2D of 3D Polylines, Circles of Splines. Een lijncode kan worden gecombineerd met een stuurcode om de lijn te sturen, en er kan gebruik worden gemaakt van lijnnummers.

 

Stuurcodes

Een stuurcode is een aanduiding na de lijncode, eventueel voorzien van aanvullende waarden.

De structuur van waarden is als volgt:

[lijncode][lijnnummer]  [stuurcode]  [waarde bij stuurcode]  [nog een waarde bij stuurcode]  [etc]

Als voorbeeld:

LKVH1  X  2.5

In dit voorbeeld is een lijn gemeten volgens lijncode 'LKVH', voorzien van lijnnummer '1', en wordt de stuurcode 'X' toegepast om de lijn te verlengen. Omdat deze stuurcode één waarde bevat, moet deze achter de stuurcode worden geplaatst. Als een stuurcode meerdere waarden verwacht, zoals een haaks links-/rechtsom, dan worden de waarden voorzien van spaties zoals dit voorbeeld:

LKVH1  RT  2.5  -1.0  0.65

De eerste (of enige) waarde mag ook direct achter de stuurcode worden geplaatst, maar alle overige waarden moeten met spaties worden gescheiden.

 

Stuurcodes combineren

Niet alle stuurcodes zijn te combineren, maar in sommige gevallen kan het wel. Bijvoorbeeld om een lijn te sluiten na een haaks links-/rechtsom, kan het volgende worden ingevoerd:

LKVH1  RT  2.5  -1.0  0.65  CLS

Andersom zal niet gaan, eerst een stuurcode om een lijn te sluiten zal de actieve lijn stoppen. Er kan dan geen haaks links-/rechtsom meer worden toegepast.

 

Stuurcodes geldend voor de meetregel/het actieve object

Sommige stuurcodes gelden niet alleen voor het object wat op dat moment actief is. Bijvoorbeeld bij het meten van een punt zonder hoogte of dichtstbijzijnde punt, zal het niet uitmaken waar in de meetregel de stuurcode wordt geplaatst. De verwerking geldt voor de hele meetregel. De NLCS schakelaars gelden voor het actuele object en alles wat erna wordt gemeten. Als een lijn wordt gemeten door tien meetpunten en bij de laatste meetregel wordt een NLCS schakelaar toegepast, dan zal het hele object worden verwerkt conform die schakelaar. Dit is hetzelfde als de schakelaar op de eerste meetregel te registreren, of op de zevende.

 

Lijnnummers

Een lijn kan worden begonnen en beëindigd met een stuurcode, maar in plaats daarvan kan ook een lijnnummer worden gebruikt. Door een willekeurige numerieke waarde te gebruiken direct achter de lijncode, worden alle punten met hetzelfde nummer samengevoegd tot één lijn-object.

Alle punten met de code 'LKVH1' worden verwerkt als knikpunten van één lijn met lijncode 'LKVH' en alle punten met de code 'LKVH2' worden verwerkt als knikpunten van één lijn met dezelfde lijncode.

Lijnnummers kunnen worden gecombineerd met stuurcodes. Als bijvoorbeeld een lijn met lijncode en nummer 'LKVH2' wordt beëindigd met de stuurcode voor het eindigen van een lijn, dan wordt de lijn daar gestopt met tekenen. Alle volgende metingen met dit lijnnummer worden beschouwd als een nieuwe lijn. Zo kunnen lijnnummers herbruikt worden en eindig je de meetdag niet met enorm hoge lijnnummers.

 

Puntcode op knikpunten

In de Meetcodering kan worden aangegeven of op elk gemeten knikpunt ook een puntcode toegepast moet worden.

Uit de keuzelijst kan alleen een puntcode worden geselecteerd die ook voorkomt in de Meetcodering. Optioneel kan de puntcode worden geroteerd op de knikpunten. Hiermee is het mogelijk om automatisch hoogten te plaatsen op een band, of bomen op een bomenrij. Het voordeel is dat je deze puntcodes buiten niet hoeft te coderen, maar de landmeter dient wel te weten dat dit gebeurt.

 

Offsets

Bij een lijncode kan tot 4 standaard Offsets worden ingesteld. Omdat buiten niet een bepaalde waarde kan worden opgegeven voor deze Offsets, is het gebruik ervan beperkt. Bijvoorbeeld bij een standaard banddikte, of een gootbreedte. Als meer invloed op de Offset uitgeoefend moet worden, dan is de stuurcode voor het Offsetten een betere keuze.

 

Surface

Als aangevinkt is dat het gemeten lijn gebruikt mag worden bij het maken van een Civil 3D Surface, dan zal InfraCAD CE de lijn gebruiken bij het uitvoeren van die functie, tenminste als dit via de grote keuzeknop op de Palette wordt gestart.