HANDLEIDING INFRACAD

Bijschriften bij Geometrie plaatsen

 

Is een Entity geselecteerd van het type Geometrie (bijvoorbeeld een Line of Polyline), dan zal voor het Bijschrift als AutoCAD object een MLeader worden toegepast: een aanpijling in combinatie met een MText. Daarbij komt de volgende keuzemogelijkheid in beeld:

Opmaak

Kiest u in de keuzelijst voor Opmaak, dan zal het volgende dialoogvenster verschijnen:

Tijdens het maken van uw keuzes wordt u geholpen door de afbeelding. Die zal voor elke keuzecombinatie het juiste voorbeeld weergeven:

   

Richting van de aanpijling

Bij dit onderdeel is vast te leggen welke richting van de aanpijling ten opzichte van het tekenblad of de geselecteerde Entity van toepassing is.

Loodrecht

De aanpijling wordt loodrecht op de geselecteerde Entity geplaatst, op de positie waar de Entity is geselecteerd. De hulplijn die bij het opvragen van het tweede punt wordt getoond geeft dit duidelijk weer. De tekst kan evenwijdig aan het object maar ook horizontaal zijn.

Hoek60°

De aanpijling krijgt een 60° hoek. De hulplijn die bij het opvragen van het tweede punt wordt getoond geeft dit in vier richtingen duidelijk weer. De tekst wordt daarbij horizontaal geplaatst.

Vrij

De richting van de aanpijling is vrij aan te geven. De hulplijn zal dit weergeven: het tweede punt wordt dan het startpunt van de pijl. De tekst kan daarbij evenwijdig aan het object maar ook horizontaal zijn.

 

Weergave aanpijling

Wilt u de aanpijling zelf wel of niet zichtbaar hebben.

Zichtbaar

De aanpijling is normaal zichtbaar in de tekening.

Verbergen

De aanpijling is wel aanwezig, maar niet zichtbaar (en zal loodrecht op het object worden geplaatst). De tekst kan evenwijdig aan het object maar ook horizontaal zijn.

 

Tekstrichting

De tekst kan in twee richtingen worden geplaatst.

Horizontaal

De tekst zal horizontaal worden geplaatst. De ‘Richting aanpijling’ kan hierbij alle waarden hebben.

Evenwijdig

De tekst wordt evenwijdig aan het geselecteerde object geplaatst, de hoek is hierbij gemeten op de positie waar de Entity is geselecteerd. Is de ‘Richting aanpijling’ ingesteld op ‘Vrij’ of ‘Hoek60°’, dan zal deze op ‘Loodrecht’ worden gezet.

 

Is ‘Richting aanpijling’ ingesteld op ‘Loodrecht’ en ‘Tekst’ op ‘Evenwijdig‘, dan de tekst haaks op de richting van de aanpijling staan, en heeft u de mogelijkheid de tekst of naar links of naar rechts te plaatsen. Is dit niet het geval, dan zal te tekst altijd van de pijl “af” worden geplaatst. Met een AutoCAD MLeader is de doorgestreepte optie namelijk niet mogelijk:

Afstand tekst tot object

Hier heeft u de mogelijkheid eventueel een vaste afstand tussen de tekst en de geselecteerde Entity aan te houden.

Vrij

Het tweede punt die wordt aangewezen bepaalt de afstand van de tekst tot de geselecteerde Entity.

Vast

Voer een waarde voor de vaste afstand tussen de tekst en de geselecteerde Entity in. Decimalen is toegestaan, mits gescheiden door een punt.

Er zijn dus vele mogelijkheden om de stijl en de positionering van de Bijschriften te beïnvloeden. Kijk ook eens naar de opties bij de Instellingen.

Gekoppeld

De pijlpunt van de aanpijling van het Bijschrift wordt exact op het Geometrie object geplaatst. Dit plaatsingspunt is daarmee de koppeling tussen de twee objecten. 

Wilt u de geplaatste Bijschriften van stijl veranderen, dan is dit eenvoudig uit te voeren met de wijzigingsknoppen van de NLCS-module.

TIP: Als u de ‘Richting aanpijling’ instelt op ‘Onzichtbaar’ en u voert bij ‘Afstand’ een vaste afstand in, dan krijgt u een snelle methode om Bijschriften bij bijvoorbeeld kabels en leidingen te plaatsen, zowel boven als onder de lijn.

LET OP: De “Formele beschrijving NLCS” stelt dat bijschriften horizontaal en met verwijzingslijn weergegeven moeten worden, bij voorkeur onder een hoek van 60°. Veel van de hier geboden mogelijkheden wijken dus in principe af van deze richtlijnen…

 

 

 

InfraCAD v8.2

Copyright © 2024 ARKANCE