Bronbestanden

 

In dit venster is het mogelijk om instellingen te doen met betrekking tot het plaatsen en beheren van bronbestanden. Dit kunnen afbeeldingen zijn die als achtergrondkaart zijn geïmporteerd maar ook de oorspronkelijke databestanden van de BGT of Kadastrale kaart.

 

Achtergrondkaarten

De samengestelde achtergrondkaarten worden opgeslagen als PNG of JPG bestand. Hier kan worden aangegeven waar deze bestanden worden opgeslagen. Omdat het Reference bestanden zijn in AutoCAD, is het handig om een netwerklocatie op te geven zodat iedereen binnen de organisatie de achtergrondkaart in beeld krijgt zodra de betreffende tekening wordt geopend.

Tevens is het mogelijk om een Worldfile te exporteren bij dit gegenereerde bestand. Zo kan deze achtergrondkaart ook worden gebruikt in GIS applicaties of bijvoorbeeld InfraWorks.

De achtergrondkaarten worden samengesteld uit kleine tegeltjes (Tiles). Het is mogelijk om deze te bewaren zodat een volgende keer niet nogmaals deze tegels gedownload hoeven worden. Daarnaast is het mogelijk om de cache-locaties te legen. Gedurende het gebruik wordt vrij veel data verzameld. Om schijfruimte vrij te maken, kunnen de verschillende bronlocaties worden geleegd. Selecteer de betreffende brondata en leeg de Cache met behulp van de knop 'Leegmaken'. De samengestelde afbeeldingen worden niet verwijderd.

 

TopoPlus Achtergrondkaart

Hier is het mogelijk om de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren van het abonnement bij SPOTinfo. Indien beschikbaar, zal deze databron ook gebruikt kunnen worden bij het invoegen van een achtergrondkaart.

 

Exporteren

Hier kan worden ingesteld waar export-bestanden opgeslagen moeten worden, bijvoorbeeld bij het exporteren naar Google Earth. Het is mogelijk om te kiezen voor de tekeninglocatie, de laatst gebruikte locatie en een vaste locatie.

 

Bronbestanden PDOK

De downloads die gedaan worden t.b.v. de Kadastrale kaart of de BGT kunnen worden bewaard voor hergebruik. Zo kan deze data in een andere tekening worden verwerkt of worden gebruikt in bijvoorbeeld InfraWorks.

Door te verwijzen naar een netwerklocatie kan ook de gebiedsdata worden benaderd die collega's hebben aangevraagd.