Offset lijn (door punt)

 

Om een eerder gemeten lijn te offsetten, kan de stuurcode worden toegepast die hiervoor is ingesteld in de Meetcodering.

 

Voorbeeld code:

1, 1000.0, 1000.0, 0.0, LKVH B
2, 1010.0, 1010.0, 0.0, LKVH E
3, 1020.0, 1020.0, 0.0, LKAB BLLKVH

 

Direct achter de stuurcode dient de lijncode opgegeven te worden van de lijn die geoffset moet worden. Er mag geen spatie tussen worden geplaatst. Als lijnnummers worden toegepast dan dient het lijnnummer ook te worden opgegeven, als:

3, 1020.0, 1020.0, 0.0, LKAB1 BLLKVH1

Nu wordt lijn 1 van de lijncode 'LKVH' geoffset. Andere lijnen met dezelfde lijncode maar ander lijnnummer worden genegeerd.

 

De voorbeeldcode levert een offset op van de lijn met lijncode 'LKVH' door punt 3. De offset-lijn is gemeten met lijncode 'LKAB'.

 

De volledige lijn wordt geoffset. Is dat niet nodig, dan dient de te offsetten lijn ergens gestopt te worden, en eventueel vervolgd. De dichtstbijzijnde lijn met de te offsetten lijncode zal worden gebruikt voor de offset.

De tussenafstand tussen punt 3 en de gevonden lijn wordt gebruikt voor de horizontale offset, het hoogteverschil wordt gebruikt om de offset-lijn op hoogte te brengen.

Als alternatief kan een lijn worden geoffset door het opgeven van een horizontale en verticale afstand.