Profielen

 

Profielinstellingen zijn nodig voor het tekenen van dwars- en lengteprofielen.

 

Profielraster

Profielrasters kunnen met een vaste hoogte worden getekend of automatisch worden beperkt tot een minimum hoogte, afhankelijk van de laagste hoogte van de profiellijnen en projecties. Om ruimte te behouden rondom het profielraster, kunnen de marges worden opgegeven.

Profielnummers zijn altijd numeriek maar voor de weergave kan het nummer worden voorzien van een prefix.

Horizontale knikpunten in een lengteprofieltracé kunnen in het zijaanzicht worden weergegeven.

 

Verticale overdrijving

De standaardwaarden voor de verticale overdrijving van lengte- en dwarsprofielen kan hier worden ingesteld.

 

Profiellijnen

Om de profiellijnnaam toe te voegen aan de laagnaam, kan dit hier worden aangevinkt. Zo kunnen profiellijnen ook afwijkend worden getoond met kleur of lijntype.

 

Afstanden en hoogten

Het aantal decimalen is afzonderlijk in te stellen voor afstand- en hoogtewaarden in de banden. Ook kan worden aangegeven of een grote hoeveelheid aan waarden gespreid moet worden, of uitgedund of toch worden geplaatst.

 

Presentatie

Projectiestijlen kunnen worden beheerd via het dialoogvenster.

 

Profielbanden

In de profielbanden kan de titels of alleen links of aan beide zijden worden getoond.

Een setje standaard banden kan hier worden ingesteld.