Puntcodes

Op het tabblad Puntcodes kunnen codes worden ingevoerd waarmee de opgegeven symbolen worden geplaatst op de opgegeven laag. Hierbij is het mogelijk om attributen te vullen met default teksten en gegevens uit de gemeten parameters of de eigenschappen van het meetpunt.

Het kan voorkomen dat naar een object wordt verwezen dat niet bestaat. Dit kan zijn als het object in de NLCS database niet meer voorkomt, of als verwezen is naar een symbool in een template dat vervolgens gepurged is. De editor zal hiervan een melding geven.

Roteren naar volgend meetpunt

Een gemeten punt kan worden geroteerd naar het volgende meetpunt. Dit kan handig zijn bij kolken die in een bandenlijn worden gemeten. De kolken worden dan uitgelijnd met de band. Het is wel van belang om het volgende punt in de band te meten en daarna pas een eventuele lichtmast of ander punt, anders staat de kolk geroteerd naar die lichtmast en niet naar de bandenlijn.

Verschalen op parameter

Symbolen die niet annotatief zijn, kunnen worden verschaald met een gemeten parameter. Als is ingesteld dat parameter 1 de schaalfactor is, dan wordt de waarde die buiten is ingevoerd gebruikt als schaalfactor voor het symbool. Dit kan gebruikt worden bij boomkruinen of rioolputten. Bijvoorbeeld een puntcode SKR dat een cirkelvormig symbool invoegt en niet een annotatieve eigenschap heeft. Als buiten de code en parameter "SKR 8.5" wordt gemeten, dan is 8.5 de schaalfactor waarmee het symbool wordt ingevoegd.

Attributen

Om attributen te vullen kan elke gewenste tekst worden ingevoerd. Tevens is het mogelijk om te verwijzen naar bijzondere gegevens, zoals de parameters die gemeten zijn of eigenschappen. Hiervoor kunnen speciale codes worden gebruikt.

Het symbool dient wel attributen te bevatten, anders kunnen er geen waarden worden ingevuld. Als er geen attributen voorkomen in het symbool dan zal de editor hiervan een melding geven.

Als het symbool wel attributen bevat dan zal in de editor alle mogelijke attributen worden getoond.

In de attributen kunnen de volgende codes worden gebruikt. Deze kunnen handmatig worden ingevoerd maar ook via het rechter muisknop menu.

Dit resulteert in één of meer van de volgende codes:

$1 t/m $50	Parameter 1 t/m 50
$+	Alle parameters
$*	De ingevoerde meetcode en alle parameters
{p}	Puntnummer
{x}, {x0}t/m{x4}	De X-coördinaat met optioneel 0 tot 4 decimalen
{y}, {y0}t/m{y4}	De Y-coördinaat met optioneel 0 tot 4 decimalen
{z}, {z0}t/m{z4}	De Z-coördinaat met optioneel 0 tot 4 decimalen
{+z0}t/m{+z4}	De positieve Z-coördinaat met optioneel 0 tot 4 decimalen
{-z0}t/m{-z4}	De negatieve Z-coördinaat met optioneel 0 tot 4 decimalen
{d}	De datum van meting in het formaat DD-MM-YYYY

Attribuutvervanging

Om het invoeren buiten te vereenvoudigen, kunnen gewenste parameters afgekort worden ingevoerd en tijdens de verwerking automatisch worden omgezet naar leesbare teksten. Stel dat bij een boom een parameter "Eik", "Beuk", enz. ingevoerd dienen te worden, dan kost dit veel tijd en inspanning tijdens het meten. Handiger is het om een parameter "ek", "bk", enz. te gebruiken die automatisch worden omgezet naar "Eik", "Beuk", enz.

InfraCAD CE v8.0