Projecties

Het is mogelijk om verschillende projectiestijlen te beheren. Projectiestijlen beschrijven de manier waarop symbolen en kruisende 3D polylijnen gepresenteerd moeten worden in het profielraster.

Onderaan op de wizard is een selectieveld waar uit de beschikbare stijlen kan worden gekozen. Ook is het mogelijk om deze te beheren in de editor. Dit kan door te klikken op de knop Beheren... of via de knop op de Palette.

Het volgende dialoogvenster verschijnt.

Bovenaan kunnen andere sets geselecteerd worden, onderaan kan worden gekozen om de stijl op te slaan of onder een andere naam op te slaan, en in het midden zijn de stijlen te beheren.

Het tabblad Symboolprojecties beschrijft hoe een symbool uit het bovenaanzicht (de situatie) als zijaanzicht in het profiel geplaatst wordt. Ook is het mogelijk om attributen in te vullen. In de attributen kan worden verwezen naar eigenschappen van het opgenomen punt zoals een Z-waarde. Om meerdere attributen te vullen kunnen de verschillende attributen worden gescheiden door een |-teken.

De volgende codes zijn mogelijk.

{x}, {x2}, {x3}	De X-coördinaat met optioneel 2 of 3 parameters
{y}, {y2}, {y3}	De Y-coördinaat met optioneel 2 of 3 parameters
{z}, {z2}, {z3}	De Z-coördinaat met optioneel 2 of 3 parameters
{d}	De datum van vandaag in het formaat DD-MM-YYYY

Het tabblad Lijnprojecties beschrijft hoe 3D polylijnen op een bepaalde laag gepresenteerd moeten worden door een symbool met attributen. Dit gebeurt alleen indien de gekozen 3D polylijnen de ligging van het profiel kruist. Deze methode is zeer geschikt om dwarsprofielen te genereren van proefsleuven waarbij de aanwezige kabels en leidingen worden geprojecteerd.

Ook hier geldt dat parameters voorzien kunnen worden van codes om te verwijzen naar eigenschappen.

Bij het opgeven van een zoekterm in de laagnaam hoeft de tekst niet tussen sterretjes worden geplaatst maar mag wel. Een sterretje halverwege de tekst werkt niet, dit levert meestal geen resultaat op.

Na het selecteren van de profiellijnen wordt gevraagd om projecties te selecteren. Kies in de situatietekening de symbolen en kruisende 3D polylijnen. Indien ze beschreven zijn in de Projectiestijl dan zullen ze in het profielraster worden geplaatst. De hoogte van het object is bepalend voor de ligging in het profiel.

De projecties van de kruisende lijnen is hier goed te zien. In de Projectiestijl is in de attributen verwezen naar het type lijn en de Z-waarde.

InfraCAD CE v8.0