Handleiding InfraCAD CE

Lijncodes

 

Op het tabblad Lijncodes kunnen codes worden ingevoerd met de bijbehorende laagnaam waar de lijnen op getekend gaan worden.

Als de laagnaam uit de NLCS Bibliotheek komt, dan kan door middel van het knopje achter de objectnaam een dialoogvenster worden opgeroepen om een NLCS object te selecteren.

Het volgende dialoogvenster verschijnt:

In het zoekvenster is het mogelijk om te zoeken op delen van een kenmerk, in het objectbibliotheek venster is het mogelijk om door alle objecten te bladeren.

Nieuwe NLCS objecten toevoegen kan met behulp van de applicatie InfraCAD, waarmee de bibliotheek beheerd kan worden.

Het kan voorkomen dat een NLCS object niet gevonden kan worden. Dit kan optreden na het wisselen van een NLCS database waarbij objecten vervallen zijn in de nieuwe database. In dat geval zal de editor melden dat het object niet gevonden is.

Bij elke lijncode kan automatisch tot vier offset lijnen worden gegenereerd. Omdat men buiten tijdens het coderen geen invloed heeft op de offset afstand, is deze methode bij voorkeur geschikt voor standaard tussenafstanden zoals een goot of een bandenlijn. Het voordeel is dat slechts één lijn gemeten hoeft te worden en toch tot vijf lijnen getekend worden.

Voor elke offset kan een horizontale en een verticale offset worden ingevoerd en een NLCS object worden gekozen.

 


InfraCAD CE v8.0

Arkance Systems NL © 2022